This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Paragraaf 4.4 Vergelijkingen oplossen
Leg bladzijde 205 voor je open!
Slide 1 - Slide
Wat heb je gisteren gegeten?
Slide 2 - Open question
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 3 - Slide
Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen?
15+7x=4−0,6x
15+7x2=4−0,6x
balansmethode
inklemmen
Slide 4 - Drag question
Wat is de volgorde van stappen van de balansmethode?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Antwoord controleren
Antwoord in een zin
Delen door getal voor de letter
Enkeltjes links weghalen
Letter rechts weghalen
Slide 5 - Drag question
Lesdoelen
Je leert vergelijkingen op te stellen.
Je leert vergelijkingen op te lossen door grafieken.
Je leert vergelijkingen op te lossen door in te klemmen.
Je leert vergelijkingen op te lossen door balansmethode toe te passen.
Slide 6 - Slide
Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 7 - Quiz
Uitleg theorie
Belangrijk! Leren met YouTube
Kijk naar de filmpjes van Math with Menno op YouTube voor uitleg.
Math with Menno legt moeilijke wiskundige concepten op een eenvoudige manier uit.
Wat moet je doen na het kijken van een filmpje?
Oefenen, oefenen, oefenen: Het is heel belangrijk dat je na het kijken van de filmpjes zelf aan de slag gaan met oefenopgaven.
Stel vragen: Als er iets niet duidelijk is, vraag dan hulp van je leraar of klasgenoten.
De filmpjes zijn een startpunt: Gebruik de filmpjes om te beginnen met leren, maar vertrouw niet alleen op de filmpjes. Het echte begrijpen komt van het zelf doen van de opgaven.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Wat heb je geleerd van dit filmpje?
Slide 12 - Open question
Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload.
(deze dia komt na het voorbeeld).
Slide 13 - Slide
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.
Slide 14 - Open question
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 15 - Slide
Inklemmen is ook wel:
A
Slim gokken
B
Gewoon wat invullen
Slide 16 - Quiz
Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen gok je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.
Slide 17 - Quiz
Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen schat je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je steeds een antwoord proberen tot je exact uitkomt
Slide 18 - Quiz
Los de volgende vergelijking op met inklemmen: 2 + 3,50t = 37
A
t = 11
B
t = 10
C
t = 12
D
t = 8
Slide 19 - Quiz
Los de volgende vergelijking op met inklemmen: 2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25
Slide 20 - Quiz
Hoe precies moet je antwoord geven bij inklemmen?
A
gehele getallen
B
1 getal na de komma
C
2 getallen na de komma
D
dat verschilt per som
Slide 21 - Quiz
Welke antwoorden heb je minimaal nodig voor inklemmen
A
alleen het precieze antwoord
B
te veel, te weinig en precies
C
te veel en precies
D
te weinig en precies
Slide 22 - Quiz
98000 - 3000 x t = 80000 t: tijd in jaren Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is gedaald naar 80000. Los de vergelijking op met inklemmen.
A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6
Slide 23 - Quiz
Vergelijkingen oplossen met de balansmethode kun je gebruiken wanneer
A
je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken
B
inklemmen niet werkt
C
je twee kwadratische verbanden met elkaar moet vergelijken
D
je wilt checken of je het antwoord goed hebt afgelezen van de grafiek
Slide 24 - Quiz
Wat is een vergelijking
A
50 - 2b = 30 + 2b
B
5a - 18 + 23
C
12 + 8t-18
Slide 25 - Quiz
Klopt de volgende bewering?
De vergelijking 8a - 6 = 50 heeft als oplossing a=7
Slide 26 - Slide
De vergelijking 4 + 6t = 40 heeft als oplossing...
A
t =3
B
t = 4
C
t = 5
D
t = 6
Slide 27 - Quiz
Wat is de oplossing van de vergelijking hieronder:
7 - 4p = -29
A
p=-3
B
p=0
C
p=6
D
p=9
Slide 28 - Quiz
3p + 6 = 5p - 2
Wat is de juiste oplossing voor deze vergelijking?
p = 0
p = 3
p = 4
Slide 29 - Slide
Wat is de juiste oplossing voor de vergelijking: 10k + 8 = k + 26
A
k = 1
B
k = 2
C
k = 3
D
k = 4
Slide 30 - Quiz
Wat is de oplossing van deze vergelijking:
8a - 3 = 6a+7
A
a = -2
B
a=4
C
a=5
Slide 31 - Quiz
Inklemmen
3a+8 = 17
Los deze vergelijking op met inklemmen.
Slide 32 - Slide
Los op met behulp van inklemmen. 27 - 2a = 15 a = (alleen getal invullen)
Slide 33 - Open question
Los de vergelijking op, vul alleen een getal in
−4a+2=14
Slide 34 - Open question
Los de vergelijking op, vul alleen een getal in
6x2+2x−1=103
Slide 35 - Open question
Los de vergelijking op, vul alleen een getal in.
−3x2+4x=−119
Slide 36 - Open question
Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen?
15+7x=4−0,6x
15+7x2=4−0,6x
balansmethode
inklemmen
Slide 37 - Drag question
Huiswerk
Maak in deze les:
Opgave 48 t/m opgave 58
Bladzijde 205.
Ben je klaar?
Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!
Succes!
Slide 38 - Slide
Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken.
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen.
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn.
3. Verbeter je antwoorden.
Slide 39 - Slide
Maak een foto van je gemaakte sommen
Slide 40 - Open question
Maak een foto van je gemaakte sommen
Slide 41 - Open question
Wat heb je geleerd van deze les?
Slide 42 - Open question
Wat vind je nog moeilijk aan deze les?
Slide 43 - Open question
Lesafsluiting
Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!
Klaar voor de quiz?
Slide 44 - Slide
Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen?
15+7x=4−0,6x
15+7x2=4−0,6x
balansmethode
inklemmen
Slide 45 - Drag question
Hoeveel berekeningen moet je minstens opschrijven als je gaat inklemmen?